Dat is heel lang niet zo geweest.
Afdrukvoorbeeld
Hmmm. Toen hij nog leefde noemde hem al de profeet, en voegde V.z.m.h. achter zijn naam?Citaat:
1-Dit is een document van Mohammed de Profeet (V.z.m.h).
Waarschijnlijker is dat het document achteraf gewijzigd is en dus niet historisch accuraat.
Laten we beginnen met de Kerkvaders. Zoals de later heiligverklaarde Augustinus (354-430), bijvoorbeeld. Hij vond in tegenstelling tot andere kerkvaders dat die christusmoordenaars niet uitgeroeid mochten worden - want dan dreigde de herinnering aan het vreselijke kwaad dat zij hadden begaan (de cristusmoord0) verloren te gaan. Maar van hem mochten ze wel verbannen worden. Augustinus noemde hen: 'opgehitst vuilnis', 'addergebroed', 'moordenaars' en 'zonen van de duivel'. Voor een heiligverklaarde grondlegger van de kerk, niet erg verheven.
Tot zowat 650 weigerden de Gotische koningen van Spanje medewerking te verlenen aan het vervolgen van de joden in Spanje door de kerk. Maar daarna veranderde dat. Het gevolg daarvan was dat vele joden voor hun levensbehoud naar Noord-Afrika vluchtten. Na de verovering van Spanje door de moslims, keerden ze er weer in grote aantallen terug. De moslims met hun aanverwante taal en ontwikkeling konden hen dan ook heel goed gebruiken. Joden bereikten er dan ook alle lagen van het ambtenarenapparaat. Zelfs goed 500 jaar na de komst va de moslims werd er in Granada tot twee keer toe een rabbijn tot vizier benoemd.
Maar na de de herovering van Spanje door de christenen, werd er vanaf 1492 onder aanvoering van de kerk, en twee maffe godsdienst-locos op de troon, een ongekende vervolging van de joden ingezet. Zelfs vele joden die zich tot het christendom hadden bekeerd 'de converso's', werden niet door de inquisitie geloofd, en alsnog op de brandstapel gezet. Vele joden vluchtten daardoor weg uit Spanje, naar Noord-Afrika en Italië, bijvoorbeeld.
Rome heeft zich daartegen op geen enkele manier verzet. Erger nog, het was de paus die de inquisitie, tot dan toe een bisschoppelijke taak, die wegens vermeende laksheid in het vervolgen van joden bij de bisschoppen weghaalden, en die taak in handen gaf van de Dominicanen. Die gingen daarop heel rap zodanig te keer dat zij al snel de nickname: 'Domini Canes' (honden van god) kregen.
Het was paus Paulus de 4e, die in 1555 de bul 'Cum nimis absurdum' uitvaardigde. Daarmee werden de joden een aantal verboden en verplichtingen opgelegd.
Daardoor mochten vanaf toen in de pauselijke staat de joden voortaan alleen in bepaalde van christenen verwijderde zones wonen. Die zones mochten slechts een ingang en ook maar een uitgang hebben.
Daardoor mocht elke stad maar een synagoge hebben, alle anderen moesten worden afgebroken. Bovendien moesten joden voortaan een gekleurd kenteken dragen: de mannen een hoed (dus geen keppeltje) en vrouwen een ander gekleurd kenteken op hun kledij. In het begin moest die kleur paars zijn, later werd dat geel.
Tevens werd het de joden verboden om onroerende goederen te bezitten, christenen als dienstpersoneel te hebben, op christelijk feestdagen te werken in het openbaar, of hun personeel op die dagen te laten werken, met geld van christenen te woekeren of valse contracten met hen af te sluiten.
Daarnaast werd hen tevens verboden zich met christenen te vermaken, met hen te eten of vertrouwelijk te spreken, andere handelsactiviteiten te verrichten dan het kopen en verkopen van lopen en afgedragen kledij.
Het werd voor hen ook verboden om in meer graan te handelen dan nodig voor eigen consumptie.
Die kledingvoorschriften werden in 1586 paus Sixtus de 5e weer ongedaan gemaakt.
Paus Gregorius de 13e, voerde in 1572 voor joden de verplichting in om op elke zaterdag (de joodse Sabbat) de predikingen in een kerk een naast hun getto, ten doel hen te bekeren tot het christendom, bij te wonen.
Het zou tot 1870 duren, na de inlijving van Rome door het nieuwe koninkrijk Italië, voordat joden er dezelfde rechten kregen als de andere burgers, en werd de verplichting om in getto's te leven opgeheven. Ondertussen waren er af en toe heel korte periodes dat joden hier en daar enigszins beter werden behandel.
Inderdaad, de boodschap van de kerk was vele eeuwen dezelfde.
Een cynische samenvatting zou zijn: alle ketters moesten worden verbrand maar Joden mochten blijven leven.
Maar zelfs deze cynische samenvatting kan niet verhullen dat Joden een bijzondere beschermde status hadden.
Vanuit je luie stoel in 2020 is het makkelijk oordelen over het verleden. Ik vind dat niet zo interessant.
Dit is misschien interessant:
https://www.naturalmoney.org/practisingtolerance.html
Dat zou inderdaad gezien de enorm grote aantallen joodse slachtoffers door de handelswijze van de kerk, door de eeuwen heen, wel heel cynisch zijn.
De vervolging van de joden is dan ook vooral een christelijke aangelegenheid geweest, waartoe de kerk maar al te vaak - en graag - opdracht gaf en er leiding aan gaf.
Dat een beschermde status van joden noemen is een gotspe.
Dat laatste zal wel zijn omdat je de waarheid niet wilt zien.
De vervolging van de joden heeft vooral in christelijke gebieden plaatsgevonden, voornamelijk op instigatie van lokale leiders of gewoon door volkshysterie. De Katholieke Kerk in Rome heeft vooral een matigende invloed gehad en vaak geprobeerd dit te voorkomen. Het officiële standpunt was ook dat Joden hun geloof mochten uitoefenen. Dat is in ieder geval het verhaal van de historicus die ik hier heb aangehaald. Dat verhaal ontkent verder niets dus ik snap niet waarom jij zo hysterisch reageert.