Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.
  • + Plaats Nieuw Onderwerp
    Pagina 1/3 12 ... LaatsteLaatste
    Resultaten 1 tot 10 van de 25

    Onderwerp: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.

    1. #1
      Very Important Prikker Revisor's Avatar
      Ingeschreven
      Dec 2012
      Berichten
      24.633
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      4011804

      Standaard Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.

      VVD-kamerlid Bart de Liefde (R) leert programmeren van leerlingen van groep 7 van basisschool de Willemsparkschool uit Den Haag. © ANP


      Onderwijs trekt kinderen uit hoger milieu voor

      Het Nederlandse onderwijsstelsel geeft kinderen uit zwakkere milieus minder kansen. Dat komt door de vroege selectie in het voortgezet onderwijs. Ook de afgenomen invloed van de Cito-eindtoets op het basisschooladvies is in het nadeel van kinderen uit een lagere sociale klasse.

      Door: Rik Kuiper 16 oktober 2015, 02:00

      Dat concludeert een groep onderwijskundigen, sociologen en economen in het donderdag gepresenteerde rapport Onderwijsstelsels vergeleken: leren, werken en burgerschap. De wetenschappers uit Amsterdam, Maastricht en Rotterdam baseren zich op recent wetenschappelijk onderzoek dat ze deden in opdracht van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.

      Het Nederlandse onderwijs selecteert steeds vroeger, zegt programmaleider Herman van de Werfhorst van de Universiteit van Amsterdam. 'Basisscholen geven nu vaker een enkelvoudig advies - alleen havo, in plaats van havo/vwo. Brede brugklassen verdwijnen en brugklassen van twee jaar bestaan bijna niet meer. Bovendien wordt het systeem deterministischer: leerlingen die op het vmbo beginnen, stromen vrijwel allemaal door naar het mbo. Het wordt lastiger om na het vmbo naar de havo te gaan.'


      Hoogopgeleide ouders

      Hoogopgeleide ouders zetten de docent misschien eerder onder druk om een hoger advies te krijgen
      Van de Werfhorst


      Deze situatie houdt de sociale verschillen in stand, aldus de hoogleraar sociologie. Hij wijst op onderzoek waarin de onderwijsprestaties van kinderen uit lage en hoge milieus worden vergeleken. In landen die vroeg selecteren, zoals Nederland en Duitsland, blijken de verschillen tussen kinderen van laagopgeleide en hoogopgeleide ouders groter dan in landen die laat selecteren, zoals Zweden of Finland.

      Volgens Van de Werfhorst komt dat onder meer door de rol van de ouders. Zo blijkt uit Nederlands onderzoek dat kinderen van hoogopgeleide ouders gemiddeld aanzienlijk hogere adviezen krijgen dan andere kinderen met vergelijkbare prestaties. Daarvoor kunnen verschillende verklaringen zijn, zegt de hoogleraar. 'Hoogopgeleide ouders zetten de docent misschien eerder onder druk om een hoger advies te krijgen. Of misschien geeft de docent makkelijker een hoog advies omdat hij denkt dat een kind van hoogopgeleide ouders thuis meer hulp krijgt en dus meer kans maakt op een hoger niveau.'

      De onderzoekers vinden het dan ook zorgelijk dat leerkrachten onlangs meer invloed hebben gekregen bij het geven van een basisschooladvies, terwijl de eindtoetsen (zoals die van Cito) aan belang hebben ingeboet. 'We zijn vergeten dat zo'n toets bedoeld was om leerlingen gelijke kansen te bieden', zegt Van de Werfhorst. 'Toetsen hebben nadelen, maar ze geven wel een objectief beeld van de kwaliteiten van een leerling. Juist in systemen die vroeg selecteren is dat belangrijk.'

      Gevolgen vallen mee

      Volgens een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs vallen de gevolgen van vroege selectie op sociale ongelijkheid in Nederland mee. 'Het is hier minder dan in andere landen die vroeg selecteren.'

      Ook benadrukt hij dat vrijwel niemand zit te wachten op een stelselherziening. 'Het is daarom zinniger om tijd en energie te steken in de flexibiliteit van het bestaande stelsel, bijvoorbeeld door te zorgen dat het stapelen van opleidingen mogelijk blijft en leerlingen de kans te bieden hun beste vakken op een hoger niveau te doen. Staatsecretaris Dekker komt in november met een brief hierover.'



      Cookiewall: Cookies op de Volkskrant | de Volkskrant
      'One who deceives will always find those who allow themselves to be deceived'

    2. #2
      Very Important Prikker Revisor's Avatar
      Ingeschreven
      Dec 2012
      Berichten
      24.633
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      4011804

      Standaard Re: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.

      Citaat Oorspronkelijk geplaatst door Revisor Bekijk Berichten
      Gevolgen vallen mee

      Volgens een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs vallen de gevolgen van vroege selectie op sociale ongelijkheid in Nederland mee. 'Het is hier minder dan in andere landen die vroeg selecteren.'

      Ook benadrukt hij dat vrijwel niemand zit te wachten op een stelselherziening. 'Het is daarom zinniger om tijd en energie te steken in de flexibiliteit van het bestaande stelsel, bijvoorbeeld door te zorgen dat het stapelen van opleidingen mogelijk blijft en leerlingen de kans te bieden hun beste vakken op een hoger niveau te doen. Staatsecretaris Dekker komt in november met een brief hierover.'



      Cookiewall: Cookies op de Volkskrant | de Volkskrant
      De woordvoerder ontloopt de conclusie. De conclusie gaat over het verschil tussen landen die wel vroeg selecteren en landen die niet vroeg selecteren. De woordvoerder heeft het over landen onderling die wel vroeg selecteren.

      Stapelen van opleidingen heeft veel nadelen en kost meer geld.


      Meeste allochtone studenten zijn stapelaars

      26 juni 2009 - De meeste allochtonen in het hoger onderwijs begonnen in het vmbo en hebben lange omwegen gemaakt naar hogeschool of universiteit. Op grond van een internationale vergelijking concludeert het Amsterdamse instituut IMES dat selectie op 12-jarige leeftijd blijkbaar te vroeg komt.


      In het IMES-onderzoek worden de schoolloopbanen van jongeren van de tweede Turkse generatie in Nederland vergeleken met die in Zweden, Duitsland, België, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland. De centrale probleemstelling van dit onderzoek is als volgt geformuleerd: Hoe verhoudt de lange route in Nederland zich tot de routes die tweede generatie Turkse jongeren in andere landen doorlopen?

      Uit het grote aantal tweede generatie jongeren in Nederland op de lange of indirecte route en daartegenover de praktijk van late selectie en hogere directe doorstroming naar hoger onderwijs in andere landen, kunnen we concluderen dat de selectie op twaalfjarige leeftijd in Nederland te vroeg komt. Lees hier de samenvatting van het rapport

      Uiteenlopende resultaten


      De vergelijking tussen de zeven landen laat uiteenlopende resultaten en routes zien voor de tweede generatie Turkse jongeren. Als we kijken naar de instroom van Turkse tweede generatie jongeren in het hoger onderwijs dan zit Nederland in vergelijking tot de zes andere landen in de middenmoot. In Frankrijk stroomt bijna de helft van de Turkse tweede generatie jongeren het hoger onderwijs in. In Duitsland is dat nog minder dan 1 op de 10 jongeren. Wij vinden in onze TIES studie een vergelijkbare rangorde van landen als in de PISA studie ‘Where do immigrant students succeed?’ (OECD 2006). Deze zeer uiteenlopende uitkomsten kunnen niet of nauwelijks verklaard worden door de achtergrondkenmerken van de ouders. Ten eerste blijken de ouders in alle landen overwegend laag geschoold en afkomstig van het platteland. Ten tweede doen de Turkse tweede generatie jongeren in twee van de drie landen waarvan de ouders iets hoger zijn opgeleid (Oostenrijk en Zwitserland) het juist slechter in het onderwijs in plaats van beter.

      De onderwijscontext daarentegen lijkt wel een belangrijke rol te spelen. In het bijzonder de institutionele arrangementen in het onderwijs, zoals aanvangsleeftijd, selectie leeftijd en de mogelijkheid om te stapelen via de beroepsonderwijskolom. Voor de eerste opleiding in het voortgezet onderwijs zijn de eerste twee elementen van belang. Voor de gerealiseerde eindopleiding speelt ook de al dan niet aanwezige mogelijkheid tot het stapelen van opleidingen een belangrijke rol.

      Hoge instroom in hoger onderwijs


      Het verloop van de schoolloopbanen van de hoogopgeleide Turkse jongeren in Nederland is sterk afwijkend ten opzichte van de andere landen. In de meeste landen neemt in de loop van het schooltraject van middelbaar naar hoger onderwijs het aandeel Turkse tweede generatie jongeren af. In Zweden bijvoorbeeld zit de helft van de Turkse tweede generatie jongeren op een academische vooropleiding, maar haalt slechts de helft van hen de eindstreep in het hoger onderwijs. Nederland heeft relatief een kleine groep Turkse tweede generatie jongeren (een kwart) die op een academische vooropleiding (Havo of Vwo) zit maar de instroom in het hoger onderwijs is met een derde van de jongeren juist hoger.

      Lage instroom op havo en vwo


      De relatief lage instroom in Nederland in academische vooropleidingen in vergelijking tot andere landen kan worden verklaard door een combinatie van een latere start in het onderwijs en een relatief vroege selectie voor het secundair onderwijs. De OECD wees hier al eerder op. In Nederland zit er gemiddeld acht jaar tussen de start en de selectie. In Frankrijk en Zweden is dit gemiddeld twaalf jaar. In Nederland beginnen Turkse tweede generatie jongeren een jaar later met het leren van de taal in een educatieve omgeving dan in Frankrijk, België en Zweden en hebben zij voor de selectie drie jaar korter om een aanvankelijke leerachterstand in te halen. Dit vertaalt zich zichtbaar in een lagere instroom in academische vooropleidingen

      Een land van stapelaars

      De vroege selectie in Nederland wordt enigszins gerepareerd door de lange route via het Mbo naar het Hbo en door de indirecte route via Mavo naar Havo en Hbo. De helft van de Turkse tweede generatie jongeren in Nederland die instroomt in het hoger onderwijs volgt deze lange of indirecte route. Nederland is met zijn systeem van stapelen uniek in Europa. Nergens in Europa wordt er zoveel gestapeld als in Nederland. Het overgrote deel van de stapelaars is afkomstig van het Vmbo-theoretisch of de oude Mavo. Vmbo-kader of basis leerlingen bereiken nauwelijks het Hbo. De mogelijkheid van stapelen vergroot de kans op toegang tot het hoger onderwijs aanzienlijk. Er kleven echter ook nadelen aan. Jongeren zijn maximaal drie jaar langer onderweg naar het hoger onderwijs. Naast het feit dat de lange route een lange adem van de student vergt, zijn er voor de samenleving ook hogere kosten verbonden aan de lange route.

      De internationale vergelijking laat zien dat in sommige landen waar de lange route op papier wel bestaat (zoals in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk) er in de praktijk nauwelijks gebruik van wordt gemaakt. Nederland komt er in vergelijking met deze landen dan ook veel voordeliger uit als we kijken naar de bereikte eindopleiding.

      De Vlaamse casus lijkt bijna het omgekeerde model te volgen in vergelijking tot Nederland. In plaats van stapelen lijkt afstromen de trend onder tweede generatie Turkse jongeren. Veel jongeren beginnen weliswaar in een academische vooropleiding, maar komen uiteindelijk veel vaker in beroepsopleidingen terecht. België lijkt daarmee een model dat geen navolging verdient. De voorbeelden uit andere landen (zoals Zweden, Frankrijk en België) laten zien hoe de beroepskolom ook zonder (veel) vertraging toegang kan geven tot het hoger onderwijs.

      Conclusies en aanbevelingen


      Uit het grote aantal tweede generatie jongeren in Nederland op de lange of indirecte route en daartegenover de praktijk van late selectie en hogere directe doorstroming naar hoger onderwijs in andere landen, kunnen we concluderen dat de selectie op twaalfjarige leeftijd in Nederland te vroeg komt. Het is duidelijk dat we nu niet goed in staat zijn de potentie onder een deel van de twaalfjarige Turkse tweede generatie jongeren goed vast te stellen. Er bestaat met name bij een groot deel van de Vmbo-t geteste jongeren nog ontwikkelingspotentieel dat op twaalfjarige leeftijd niet zichtbaar wordt in de CITO score. Dit is ook niet verwonderlijk, aangezien zij de basisschool in komen met een achterstand, die zij maar langzaam inhalen.

      Schakelklassen

      De al op kleine schaal voorkomende praktijk van de kopklassen of schakelklassen zou het, in het bijzonder voor de Vmbo-t geteste jongeren met veel ontwikkelingspotentieel, mogelijk maken met een jaar extra onderwijs hun CITO toetsresultaten tot Havo niveau te verbeteren. De uitkomsten uit ons onderzoek onderstrepen het belang van dergelijke voorzieningen voor deze groep. Een andere mogelijkheid is om de ontwikkeling van de jongeren, die immers een inhaalslag aan het maken zijn, mee te wegen in het basisschooladvies. De bestaande tussentijdse metingen op de basisschool maken dit mogelijk. De veelgehoorde kritiek dat de CITO toets slechts een momentopname is, kan hiermee ook worden gepareerd. Vmbo-t getoetste jongeren met veel ontwikkelingspotentieel moeten bij voorkeur geplaatst worden in een gemengde brugklas Vmbo-t/ Havo, waar zij zich alsnog waar kunnen maken.

      Belangrijk is ook om in het middelbaar onderwijs extra doorgangen te maken waardoor Vmbo-t jongeren alsnog door kunnen stromen naar de Havo. De tussentijdse opstroom van Vmbo-t naar Havo is momenteel nihil. Door het opzetten van meer zogenaamde Havo-kansklassen, kan de doorstroom verder worden verhoogd (zie ook aanbevelingen Onderwijsraad 2007).

      Indirecte route

      Voor de Vmbo-t gediplomeerde jongeren zijn er nu twee hoofd routes richting Hbo: via het Mbo (de lange route) en via de Havo (de indirecte route). Nu neemt driekwart van de Vmbo-t gediplomeerde Turkse tweede generatie jongeren de lange route. Dat is erg veel, gezien de nadelen van de lange route. Er pleit veel voor om de indirecte route verder te versterken. Ons onderzoek laat zien dat jongeren op de indirecte route anderhalf keer zo vaak het Hbo instromen in vergelijking tot jongeren op de lange route. Bovendien krijgen de jongeren op de indirecte route nog twee jaar studiehuis wat hen beter voorbereid op de gevraagde academische vaardigheden in het Hbo. Ten slotte is lange route ook veel kostbaarder voor de overheid.

      Een andere mogelijkheid om de lange route in te korten is verkorte Mbo trajecten aan te bieden aan Mavo of Vmbo-t leerlingen die in het Mbo instromen met de ambitie door te stromen naar Hbo. De vraag is gerechtvaardigd waarom jongeren die na het Vmbo-t naar de Havo gaan twee jaar nodig hebben voor hun overstap naar Hbo en jongeren die naar het Mbo gaan vier jaar. Is het werkelijk nodig om jongeren met dezelfde uitgangssituatie (een vier jarige Vmbo-theoretisch opleiding) zo veel langer te scholen? Een klein aantal Turkse tweede generatie jongeren in ons onderzoek heeft met succes kortere Mbo trajecten doorlopen waarna zij instroomden in het Hbo. De wenselijkheid van verkorte Mbo trajecten zou verder moeten worden onderzocht.

      Evenwicht

      Met de hierboven voorgestelde aanpassingen wordt het stapelen via de beroepskolom gecombineerd met doorlaatbaarheid in het middelbaar onderwijs waardoor toegang mogelijk wordt tot de academische route. Door de invoering van het studiehuis en de feitelijke afschaffing van de brede brugklas is de nadruk te sterk komen liggen op stapelen en is de doorlaatbaarheid onder druk komen staan. Door de doorlaatbaarheid tussen de verschillende opleidingsniveaus weer te vergroten kan het evenwicht worden terug gevonden en worden de talenten van kwetsbare groepen beter ontwikkeld in ons onderwijssysteem. (zie ook de aanbevelingen van Onderwijsraad 2005 en Werfhorst en Mijs 2007).



      Adel Pasztor, Frans Lelie, Jonathan Mijs en Philipp Schnell. Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES). Universiteit van Amsterdam

      ScienceGuide
      'One who deceives will always find those who allow themselves to be deceived'

    3. #3
      Very Important Prikker Revisor's Avatar
      Ingeschreven
      Dec 2012
      Berichten
      24.633
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      4011804

      Standaard Re: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.


      Foto: ANP

      Kinderen van hoogopgeleide ouders krijgen meer schoolkansen

      Gepubliceerd: 13 april 2016 10:1513-04-16 10:15Laatste update: 13 april 2016 17:4613-04-16 17:46

      Een kind van hoogopgeleide ouders krijgt meer kansen op school dan een kind van laagopgeleide ouders, ook als de kinderen even intelligent zijn.

      De Inspectie van het Onderwijs waarschuwt woensdag in het jaarverslag Staat van het Onderwijs voor steeds meer "kansenongelijkheid". Uit het rapport blijkt dat niet genoeg wordt gedaan met het talent van kinderen.

      Kinderen die even intelligent zijn en in dezelfde buurt wonen, maar waarbij de opleiding van de ouders verschilt, komen vaak op verschillende niveaus terecht. "Zelfde talenten, verschillende uitkomsten", concludeert de Inspectie.

      De Inspectie volgde veertien jaar lang leerlingen van hoog- en laagopgeleide ouders met een vergelijkbaar IQ. De helft van de kinderen van hoogopgeleide ouders begon op havo of vwo. Slechts een kwart van de kinderen met laagopgeleide ouders begon op datzelfde niveau.

      Aan het eind van hun schoolloopban haalde 55 procent van de kinderen met hoogopgeleide ouders een hbo- of wo-diploma. Bij kinderen met laagopgeleide ouders was dit 26 procent. "Even slimme kinderen eindigen dus op verschillende niveaus," luidt de conclusie.

      Vooroordelen


      Het verschil komt vermoedelijk doordat hoogopgeleide ouders meer bezig zijn met de opleiding van hun kind. Ze kiezen bewust voor een bepaalde basisschool en daarna voor een specifieke middelbare school.

      Ook hebben leraren en schoolleiders mogelijk vooroordelen: onbewust gaan ze ervan uit dat kinderen van hoogopgeleide ouders beter presteren. "Bij iedere overgang en ieder selectiemoment kan dat het verschil uitmaken tussen de kans krijgen of een kans missen." De inspectie roept onderwijs en overheid op om samen te werken "om toenemende tweedeling te keren".

      Sinds 2014 spelen leerkrachten een grotere rol in het schooladvies van hun leerlingen als zij naar de middelbare school gaan. Waar eerst de uitslag van de Cito-toets doorslaggevend was, geldt nu een bindend advies van de juf of meester.

      Ongewenst

      De Inspectie bood het rapport met de bevindingen woensdag aan aan minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs. Zij vinden het zorgelijk en ongewenst dat niet alle leerlingen krijgen de kans om het onderwijs te volgen dat het beste bij hen past. "Talent en motivatie moeten uitgangspunt zijn bij je schoolkeuze, niet het inkomen of opleidingsniveau van je ouders."

      De bewindslieden sluiten maatregelen niet uit en zullen "scherp blijven sturen en kritisch blijven".
      Oppostitiepartij D66 heeft kritiek op het huidige beleid in het onderwijs. "Door dit kabinet is het voor scholen een financieel risico geworden om bijvoorbeeld leerlingen opleidingen te laten stapelen en door te stromen van het vmbo naar de havo. Scholen worden door dit kabinet dus afgestraft als ze kinderen kansen bieden."

      Ook GroenLinks, SP en coalitiepartners VVD en PvdA willen snel duidelijkheid van de minister. PvdA'er Loes Ypma: "Niemand kan meer ontkennen dat strijden voor gelijke onderwijskansen hard nodig is. Daarom wil ik een eerlijk schooladvies dat verplicht wordt bijgesteld bij een hogere Cito toets uitslag. Het hoogste telt wat mij betreft, dit moet nu eindelijk met spoed goed worden uitgevoerd."

      Zorgelijk


      De raad voor primair onderwijs, de PO-raad, noemt het "zorgelijk" dat kinderen van lager opgeleide ouders het steeds vaker minder ver schoppen dan hun leeftijdsgenoten.

      De koepel van basisscholen wil in gesprek met scholen om een oplossing voor het probleem te vinden. "We willen niet terug naar de tijd dat kinderen die voor een dubbeltje worden geboren, geen kwartje kunnen worden. Alle kinderen moeten hun talenten kunnen ontplooien, ongeacht hun achtergrond", aldus de PO-Raad.

      Ook de VO-raad voor voortgezet onderwijs noemt de conclusie van het rapport onacceptabel en in strijd met de "fundamentele uitgangspunten van het Nederlands onderwijs als publiek goed," zegt voorzitter Paul Rosenmöller.

      De Algemene Onderwijsbond (AOb) noemt het "een wake-upcall voor iedereen in de sector". "Van de minister tot aan de ondersteuner moeten we doordrongen zijn van de plicht dat ieder kind optimaal voorbereid aan zijn maatschappelijke loopbaan begint." Volgens de bond moet de tweedeling door het onderwijs en de politiek aangepakt worden.


      Kinderen van hoogopgeleide ouders krijgen meer schoolkansen | NU - Het laatste nieuws het eerst op NU.nl
      'One who deceives will always find those who allow themselves to be deceived'
      Antwoord met Citaat Antwoord met Citaat 0 Thanks, 1 Likes, 0 Dislikes

    4. #4
      Very Important Prikker Revisor's Avatar
      Ingeschreven
      Dec 2012
      Berichten
      24.633
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      4011804

      Standaard Re: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.


      Laat scholen zelf bepalen hoe de schoolloopbanen van leerlingen eruitzien, betoogt Herman van de Werfhorst. © ANP

      Overheid moet sturen op gelijke kansen

      De recente cijfers van de Inspectie voor het Onderwijs liegen er niet om: de sociale ongelijkheid in het Nederlandse onderwijs neemt toe.

      Door: Herman van de Werfhorst, hoogleraar sociologie 14 april 2016, 02:00

      Kinderen uit hogere milieus gaan vaker naar het vwo dan kinderen uit lagere milieus, en niet alleen omdat ze beter kunnen leren. Adviezen worden vaker naar boven bijgesteld voor kinderen uit hogere milieus, en juist in het eerste jaar dat het schooladvies is gegeven voorafgaand aan de afname van de cito-toets zien we dat de ongelijkheid in het voortgezet onderwijs extra toeneemt. Wat is er aan de hand? En wat moet de samenleving ermee?

      Het is van alle tijden en plaatsen dat er onderwijsongelijkheid bestaat. Kinderen verschillen nu eenmaal, en we moeten niet de illusie hebben dat iedereen naar de universiteit kan. En deels hangen leerprestaties samen met sociaal milieu, dus is een zekere mate van ongelijkheid niet per definitie onrechtvaardig.

      Maar uit de veranderingen in korte tijd blijkt dat er meer aan de hand is. Het onderwijsbeleid laat zich de laatste jaren samenvatten in één dogma: handen af van het onderwijs. Laat scholen zelf bepalen hoe de schoolloopbanen van leerlingen eruitzien, welke leerlingen ze binnen de poorten willen hebben, en hoe ze leerlingen sorteren. Deze drang naar autonomie wordt door het onderwijsveld omarmd; hoe minder bemoeienis vanuit Den Haag hoe beter. Gestandaardiseerde toetsen moeten minder belangrijk worden, scholen moeten maatwerk leveren, er moet meer aandacht komen voor 21st century skills. Ook de #Onderwijs2032-agenda ademt deze sfeer, de scholen kunnen het zelf het beste.

      Centrale sturing

      Maar centrale sturing is juist erg belangrijk vanuit het oogpunt van gelijke kansen. Afgelopen week stond nog een stuk in The New York Times, concluderend dat 'the standardized test leveled the playing field'. De schoolprestaties van etnische minderheden worden meer op waarde geschat als een leerkracht af kan gaan op gestandaardiseerde informatie.

      Bovendien zien we dat de middelbare scholen steeds smaller worden: brede scholengemeenschappen verdwijnen, brugklassen verkorten en versmallen, en kinderen krijgen bewust steeds vaker een enkelvoudig advies (bijvoorbeeld havo of vwo, in plaats van een gemengd havo/vwo-advies). Juist als scholen het zelf moeten doen, als de overheid geen visie heeft op ongelijkheid, voeren zij vanuit strategisch oogpunt deze versmalling door. Een brede scholengemeenschap krijgt het vwo niet gevuld. De voorsortering op 12-jarige leeftijd wordt zo steeds doorslaggevender. Nemen we daar genoegen mee?

      Juist nu we zien dat de ongelijkheid toeneemt, is het zaak dat de overheid haar afwachtende houding heroverweegt. Moet er niet meer sturing komen om de brede scholengemeenschappen in ere te herstellen? Moeten er meer vaste normen worden geformuleerd om op basis van het leerlingvolgsysteem tot advies over te gaan? Het lijkt me dat de overheid niet langer op haar handen kan blijven zitten.

      Herman van de Werfhorst
      is hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam.



      http://www.volkskrant.nl/opinie/over...nsen~a4281677/
      'One who deceives will always find those who allow themselves to be deceived'

    5. #5
      Very Important Prikker SportFreak's Avatar
      Ingeschreven
      Apr 2002
      Leeftijd
      92
      Berichten
      98.986
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      2757436

      Standaard Re: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.

      vuile tyfus honden zijn het...en ze vragen waarom de kinderen van migranten ontsporen en dat ze de jihad in gaan en dat ze werkloos zijn

      door dit soort gedoe krijg je zulke zieke dingen in de maatschappij

    6. #6
      Zijlijner The_Grand_Wazoo's Avatar
      Ingeschreven
      Oct 2007
      Locatie
      Bijlmer
      Berichten
      7.439
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      556381

      Standaard Re: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.

      Citaat Oorspronkelijk geplaatst door SportFreak Bekijk Berichten
      vuile tyfus honden zijn het...en ze vragen waarom de kinderen van migranten ontsporen en dat ze de jihad in gaan en dat ze werkloos zijn

      door dit soort gedoe krijg je zulke zieke dingen in de maatschappij
      Je hebt blijkbaar niet gelezen, laat staan begrepen en al helemaal niet zelfstandig nagedacht. Je begint gewoon maar een potje te schelden. Schaamteloos.

      Er wordt hier over de (mogelijke) effecten van schoolsystemen gesproken.

      Het wetenschappelijk gehalte van de studie lihkt, althans in de weergave in jey eerste artikel dubieus. Veel 'komt misschien doordat' en 'is mogelijk te verklaren door'. Dat gekoppeld aan lekkere tendentieuze en normatief beladen concepten als 'benadelen' maken het niet erg scherpe en bovenal suggestieve artikelen.

      Maar wat kan jou het schelen, als je maar lekker kunt schelden, want een dag iets met een Nederlandse achtergrond niet voor tyfus hond, kankerhoer of racist te hebben uitgemaakt, is een dag niet geleefd.

      Pathetisch.

    7. #7
      Very Important Prikker Revisor's Avatar
      Ingeschreven
      Dec 2012
      Berichten
      24.633
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      4011804

      Standaard Re: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.

      Mbo-leerlingen van het Albeda College in Rotterdam. © ANP

      Schoolkosten voor steeds meer mbo-leerlingen niet te betalen

      Schoolgeld gaat draagkracht steeds vaker te boven


      Een groeiende groep mbo-leerlingen kan de schoolkosten niet betalen, nu hun ouders hiervoor sinds dit schooljaar minder geld krijgen van het Rijk. Zij zijn er maximaal ruim 550 euro op achteruit gegaan.

      Door: Charlotte Huisman 12 april 2016, 06:00

      Mbo-leerlingen moeten jaarlijks gemiddeld voor een paar honderd euro boeken kopen en hebben voor sommige opleidingen spullen nodig, zoals kappersscharen of koksmessen.

      Tot vorig schooljaar kregen ongeveer 27 duizend ouders een bijdrage van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor de studiekosten van hun kind. Voor minderjarige mbo-leerlingen tussen de 16 en 18 jaar was dat maximaal 690 euro per jaar via de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Maar deze wet is afgeschaft en vervangen door een nieuw, eenvoudiger systeem. Daarbij ontvangen ouders een bijdrage van maximaal 116 euro aan schoolkosten uit het kindgebonden budget. De armste ouders, die in het oude systeem de maximale bijdrage ontvingen, zijn de dupe van die verandering, constateren mbo-scholen en gemeenten.

      De MBO-raad merkt dat er meer verzoeken binnenkomen voor financiële hulp bij de noodfondsen van de scholen. Gemeenten krijgen meer aanvragen voor bijzondere bijstand ten behoeve van schoolkosten, zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De stichting Leergeld, die kinderen helpt die hun school of sport niet kunnen betalen, draagt nu aanzienlijk vaker bij aan de schoolkosten voor mbo-leerlingen.

      Allerlaatste vangnet

      Bij de mbo-school Noorderpoort in Groningen hebben dit schooljaar 52 leerlingen een aanvraag gedaan voor een bijdrage uit het Schollema-fonds - bijna een verdubbeling ten opzichte van voorgaande jaren. 'Dit fonds, dat bedoeld is voor onderwijs, zien wij als het allerlaatste vangnet', zegt bestuursvoorzitter Rob Schuur van Noorderpoort. Hij uit zijn zorgen: 'Ons land slaat zich op de borst dat het onderwijs voor iedereen toegankelijk is. Op het mbo zien wij dat er een tweedeling dreigt te ontstaan.'

      De MBO-raad en de VNG vinden dat de overheid de schoolkosten voor de lagere inkomensgroepen weer moet gaan financieren, anders dreigt schooluitval. De VNG vindt niet dat gemeenten uit eigen middelen moeten bijspringen. Dan zou ongelijkheid dreigen, aangezien gemeenten uiteenlopend omgaan met hulpvragen.

      De gemeente Utrecht bijvoorbeeld heeft dit schooljaar 20 duizend euro uit de begroting vrijgemaakt om voor 44 aanvragers de afschaffing van de wet te compenseren. Maar Hengelo heeft de ouders die voor hun schoolkosten aanklopten bij de bijzondere bijstand terugverwezen naar het noodfonds van hun school.

      Dure reiskosten

      Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) zou het 'onaanvaardbaar' vinden als kinderen het onderwijs niet kunnen betalen. Uit de eerste resultaten van een onderzoek dat zij nu laat uitvoeren, blijkt dat vooral de reiskosten zwaar wegen. Vanaf volgend jaar krijgen mbo-leerlingen daarvoor een vergoeding, zegt Bussemaker.

      Volgens de minister kunnen de scholen zelf bijdragen door de kosten te beheersen, met bijvoorbeeld een betalingsregeling of door zelf 'desnoods tweedehands' lesmateriaal in te kopen. 'Op Marktplaats worden koksmessen en kappersscharen tweedehands aangeboden. Ook boeken kunnen vaak tweedehands worden aangeschaft', aldus Bussemaker.

      Bestuursvoorzitter Schuur van Noorderpoort zegt dat zijn school er al veel aan doet om de kosten binnen de perken te houden. Hij merkt dat gemeenten krapper bij kas zitten en daardoor minder vaak verzoeken van ouders honoreren om bijvoorbeeld mee te betalen aan een laptop. Dat komt doordat de gemeenten vanaf vorig jaar meer zorgtaken moeten vervullen met minder geld.



      http://www.volkskrant.nl/binnenland/...alen~a4280206/
      'One who deceives will always find those who allow themselves to be deceived'

    8. #8
      Prikker
      Ingeschreven
      Dec 2008
      Berichten
      946
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      0

      Standaard Re: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.

      Het Nederlandse onderwijssysteem faalt op alle fronten niet enkel voor allochtone leerlingen maar voor alle leerlingen,dit systeem stamt uit de stenen-tijd perk en men is nog steeds niet in geslaagd om daar verandering in te brengen,kinderen tot makke schapen maken en hun hersens vervuilen met alles wat men niet nodig heeft voor de toekomst van onze kinderen,ze mogen een voorbeeld nemen aan Finland,die doet het veel beter

    9. #9
      Very Important Prikker Revisor's Avatar
      Ingeschreven
      Dec 2012
      Berichten
      24.633
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      4011804

      Standaard Re: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.

      Ongelijkheid door vroege keuze

      Vroege schoolkeuze aan de hand van de eindtoets of het schooladvies werkt sociale ongelijkheid in de hand. Die neemt af als scholieren later kiezen, blijkt uit onderzoek.

      Juliette Vasterman 16 april 2016


      Foto ANP / Koen Suyk

      En weer is de discussie losgebarsten: wat is nou de beste graadmeter voor leerlingen uit groep acht van de basisschool, de eindtoets of het schooladvies? De toets is een momentopname en het advies baseert de leerkracht op de prestaties van de hele basisschoolcarrière. Dat laatste was beter, zo besloot de politiek drie jaar geleden.

      Maar ja, nu meldt de Onderwijsinspectie dat kinderen uit lagere sociale klasse eerder een lager advies krijgen dan andere kinderen met dezelfde intelligentie. Voor de lagere sociale klasse werkte de eindtoets juist objectiverend. Een hoop reuring dus; moet de eindtoets nu toch weer belangrijker worden? Of niet?

      Nou, zeggen onderwijsexperts, niet alleen de eindtoets en het schooladvies spelen een rol. Nog veel belangrijker en fundamenteler: de vroege selectie die Nederland kent. Die speelt misschien wel de állerbelangrijkste rol, bij het vergroten van de ongelijkheid. Leerkrachten sturen kinderen op 11 of 12-jarige leeftijd naar één bepaald schooltype. En eenmaal op een bepaald spoor, kom je daar nog maar moeilijk vanaf.

      Vroege selectie is niet goed. Latere selectie geeft kinderen kans zich los te maken van hun milieu
      Uit onderzoek blijkt dat de ongelijkheid tussen sociale milieus groter is in landen waar men vroeg voorselecteert. Ook jaren later nog, is dat verschil goed zichtbaar, vertelt Herman van de Werfhorst – hij is hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en deed onderzoek naar vroege selectie. Hij vertelt dat Europese landen die een onderwijshervorming doorvoerden, en pas leerlingen scheidden bij 16 jaar, een afname van de ongelijkheid zagen.

      De latere selectie is belangrijk omdat je kinderen de kans geeft om zich los te maken van hun milieu, zegt Van de Werfhorst. „In groep acht hebben ouders een belangrijke rol bij schoolkeuze. Laagopgeleide ouders zeggen bij twijfel tussen vmbo en havo sneller: doe maar vmbo.”

      Maar er zijn nog meer argumenten om pas later een schooltype te bepalen. Kinderen (van welke achtergrond dan ook) staan in groep acht aan de vooravond van de puberteit. En zien school (nog) niet als prioriteit, zegt Wim Kuiper voorzitter van Verus – de vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs die ruim 4.000 scholen telt. „Bovendien zit er nog zoveel potentie in kinderen, er zijn genoeg laatbloeiers. Je moet ze daarom niet meteen in een hokje stoppen. Zeker niet een hokje waar ze nauwelijks meer uitkomen.”

      Minder stapelen


      Kuiper doelt op het huidige onderwijssysteem dat steeds minder flexibel is. Zo krijgen kinderen steeds minder de kans om van het ene naar het andere niveau over te stappen. Dat concludeerde ook de Onderwijsinspectie vorig jaar. Die registreerde minder brede brugklassen, meer categorale scholen en zag dat het ouderwetse stapelen steeds minder voorkomt. Inspecteur-generaal van het onderwijs Monique Vogelzang vroeg zich in NRC destijds af: „Willen we dat? Krijgen kinderen zo nog wel genoeg kansen?”

      Nu concludeert de onderwijsinspectie dat dit dus niet het geval is. Vooral kinderen van laagopgeleide ouders krijgen dus minder kansen. Die leerlingen krijgen gemiddeld een lager advies voor het voortgezet onderwijs dan voorheen, terwijl ze in potentie even goed zijn als de kinderen van hogeropgeleide ouders.

      Waarom geven scholen kinderen niet het voordeel van de twijfel?

      Het rendementsdenken speelt een belangrijke rol, zegt Kuiper. Scholen willen op safe spelen. De overheid heeft de afgelopen jaren flink ingezet op meer toezicht op de prestaties van onderwijsinstellingen. Goede resultaten (hoge cijfers en geen kinderen af- of uitstromen) kun je meten en bijhouden. Niet alleen de inspectie kijkt daar naar, ook media en ouders houden alles in de gaten. „Overal staan ranglijstjes van de beste scholen.”

      Concurrentie


      Dit past in een algemene maatschappelijke trend waarbij allerlei sectoren verantwoording moeten afleggen over hun prestaties. Alles wordt geregistreerd, in kaart gebracht en gepubliceerd. Die transparantie zorgt voor toenemende concurrentie tussen instellingen, maar ook tussen ouders. Scholen willen geen moeilijke gevallen, want dan dalen ze op de ranglijstjes. Onderwijsinstellingen kunnen zelfs strategisch gaan handelen, zegt Van de Werfhorst. „Ze nemen alleen nog de beste leerlingen aan.”

      Ook de ouders gaan de strijd aan om hun kind op de ‘allerbeste’ school te krijgen. Ze gaan investeren in bijlessen, huiswerkbegeleiding en Cito-trainingen. Dat zet andere ouders en hun kinderen op achterstand. Lageropgeleide ouders, zegt Wim Kuiper van Verus, „hebben minder geld en minder sociaal kapitaal om de juiste wegen te bewandelen.”

      Met als resultaat dat de ongelijkheid nóg verder toeneemt.


      Ongelijkheid door vroege keuze - NRC
      'One who deceives will always find those who allow themselves to be deceived'

    10. #10
      Very Important Prikker Revisor's Avatar
      Ingeschreven
      Dec 2012
      Berichten
      24.633
      Post Thanks / Like
      Reputatie Macht
      4011804

      Standaard Re: Onderwijssysteem Nederland benadeelt kinderen van allochtonen en arbeiders.

      Schrik om feiten instroom HO


      (foto: Lex Sijtsma)

      18 april 2016 - Juist de kwetsbare groepen studenten gaan minder snel naar het hoger onderwijs. Een eerste monitor van de instroom na het leenstelsel brengt OCW en de coalitie VVD-PvdA-D66-GL in verlegenheid. “Nog nooit wisselden ze zoveel beleidsreacties in het geheim.”

      De instroom in het HBO kelderde na de invoering van het studievoorschot. In sommige steden en hogescholen met ruim meer dan 10% in één jaar. Hoe kon dat? Wie bleven ineens zo massaal weg? OCW beloofde de Tweede Kamer dit te onderzoeken met behulp van een monitoring van de actuele data.

      Explosief

      Die analyse is klaar. Een document van 193 bladzijden gaat inmiddels al weken heen en weer tussen het departement, koepels en studentenbonden. De gegevens daarin zijn alleen te kernschetsen als explosief. Zowel de beleidsmakers, de leenstselselcoalitie als de koepels van HBO en WO lopen er zware schade mee op.

      In zekere zin bevestigen de cijfers uit de monitoring het beeld dat uit de ‘Staat van het Onderwijs’ al oprees. Alleen blijken deze gegevens zowel actueler als scherper te zijn. Het Inspectierapport hanteert cijfers tot uit 2013, deze HO-monitor analyseert de instroom 2015. Het blijkt dat, het HBO aanzienlijk verliest aan attractie en vooral aan zijn emancipatoire rol. Het zijn vooral de jongeren voor wie deelname aan Hoger Onderwijs de doorbraak betekent naar sociale mobiliteit en nieuwe kansen, die nu boven proportioneel afzien van studies.

      Bittere waarheid

      De monitoring laat zien dat jongeren uit gezinnen met lage inkomens, eerste generatiestudenten, niet-westerse allochtonen en kinderen uit kwetsbare milieus de grootste daling vertonen bij de instroom naar het hoger onderwijs. Wat minister Bussemaker eerder afdeed als ‘spookverhalen’ en ‘bangmakerij’, blijkt nu bittere waarheid. De waarschuwing van SER-voorzitter Mariette Hamer in de hoorzitting van de Tweede Kamer over de HO-strategie, dat de sociale partners niet zonder zorgen waren over de effecten van het studievoorschot klonk dus niet voor niets.

      Geen wonder, dat het document met de monitoring alleen in het diepste geheim besproken mocht worden in de voorbije weken. De reactie op de uitkomsten leidde al direct tot veel gedoe. Het aantal concepten voor zo’n reactie zou dan ook uitzonderlijk zijn geworden. “Nog nooit wisselde OCW zoveel beleidsreacties in concept met elkaar in het geheim uit.” Men kwam er niet echt uit, meldt een meelezer in dit proces.

      Buiten beschouwing gelaten

      OCW zou zich nu beraden op een finaal concept van een reactie daarin schuilt men achter de formulering, dat de instroom in 2015 nog weinig inzicht kan geven van de effecten van het studievoorschot. Het is immers net ingevoerd. Dat er in 2014 sprake was van een opvallende verhoging van de instroom, omdat jongeren nog wilden kunnen studeren onder het regime WSF en basisbeurs wordt blijkbaar buiten de beschouwing gelaten.

      De timing van deze rapportage is natuurlijk beroerd voor OCW. Doordat de ‘Staat van het Onderwijs’ dezer dagen de meer lange termijn basis voor de trends voor studiekeuze en studiekansen liet zien, kan men veel moeilijker beweren dat de trend in HO-instroom en deelname nu nog niet goed te duiden is. Ook laat die trend zien dat men met het studievoorschot blijkbaar precies de perverse prikkels voor de verkeerde ontwikkeling bij de minst kansrijke groepen en jongeren is gaan geven.

      Pijnlijke boodschap


      Dat is politiek voor de minister en haar geestverwanten in de PvdA een buitengewoon pijnlijke boodschap: men heeft welbewust ‘adding insult to injury’ aan de zwakkere gegeven. Voor onderwijspartijen als D66 en GroenLinks is dit eveneens moeilijk uit te leggen. Ook de HO-koepels zitten hiermee. De VSNU was voor het studievoorschot en de VH was feitelijk verdeeld en hield zich derhalve op de vlakte. Voorzitter Thom de Graaf maakte in januari jongstleden nog bezwaar tegen de observatie, dat hij indirect begon toe te geven dat het studievoorschot oorzaak van de HBO-daling zou zijn.

      “Dit hebben we al die tijd gezegd en verwacht dat dit zou gebeuren.” Zucht een onderwijskenner uit de coalitie die al jaren waarschuwde tegen de gedachten en aannames achter de invoering van een leenstelsel.

      Update:


      Inmiddels heeft Jasper van Dijk (SP) Kamervragen gesteld aan minister Bussemaker naar aanleiding van de berichtgeving van ScienceGuide over de gevolgen van het leenstelsel voor zwakke groepen.

      U leest hieronder de Kamervragen

      Vragen van Jasper van Dijk (SP) aan de minister van OCW over gerommel met een rapport over de daling van het aantal studenten als gevolg van het leenstelsel

      1. Wat is uw oordeel over het bericht “Schrik om feiten instroom HO”? (1)

      2. Is het juist dat de monitor: “laat zien dat jongeren uit gezinnen met lage inkomens, eerste generatiestudenten, niet-westerse allochtonen en kinderen uit kwetsbare milieus de grootste daling vertonen bij de instroom naar het hoger onderwijs”?

      3. Deelt u de mening dat dit uiterst pijnlijk is en dat uw eerdere uitspraken over “spookverhalen” over het leenstelsel, op drijfzand berusten? (2)

      4. Erkent u dat de emancipatie en verheffing van kansarme jongeren steeds verder uit beeld raken als gevolg van uw beleid? Bent u bereid om excuses te maken aan deze jongeren?

      5. Klopt het dat: “een document van 193 bladzijden inmiddels al weken heen en weer gaat tussen het departement, koepels en studentenbonden”? Zo nee, hoe zit het dan wel?

      6. Is er inderdaad sprake van onrust op uw departement vanwege de schokkende cijfers? Zo nee, hoe verklaart u dat OCW nog nooit zoveel concept-beleidsreacties in het geheim heeft uitgewisseld “omdat men er echt niet uitkwam”?

      7. Bent u zich aan het “beraden op een finaal concept van een reactie”, waarin u zich verschuilt achter de formulering, “dat de instroom in 2015 nog weinig inzicht kan geven van de effecten van het studievoorschot”?

      8. Deelt u de mening dat het verhullen van de waarheid schade toebrengt aan het vertrouwen in de politiek?

      9. Bent u bereid om de monitor ongecensureerd aan de Kamer te zenden, inclusief een eerlijke duiding van de cijfers?

      10. Welke maatregelen neemt u om de schade die wordt aangericht door het leenstelsel te repareren?


      ScienceGuide
      'One who deceives will always find those who allow themselves to be deceived'

    + Plaats Nieuw Onderwerp

    Bladwijzers

    Bladwijzers

    Forum Rechten

    • Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen
    • Je mag geen reacties plaatsen
    • Je mag geen bijlagen toevoegen
    • Je mag jouw berichten niet wijzigen
    •